<delect id="sj01t"></delect>
  1. <em id="sj01t"><label id="sj01t"></label></em>
  2. <div id="sj01t"></div>
    1. <em id="sj01t"></em>

            <div id="sj01t"></div>

            荷蘭語詞法教程

            時間:2024-09-03 04:36:23 小語種 我要投稿
            • 相關推薦

            荷蘭語詞法教程

              導語:詞法,又稱字法,是文法層面的類型之一,是特定文本內語詞的構成和使用的法則。下面YJBYS小編講解荷蘭語的詞法,歡迎參考!

              (一)冠詞

              荷蘭語里共有三個冠詞,兩個定冠詞de和het,一個不定冠詞een。由于荷蘭語里的名詞也是分陰陽中性的,而這種詞性就是由前面的`冠詞來體現出來的,所以我們在學習荷蘭語里的名詞時就需要把前的冠詞和后面的面詞一塊兒背下來,這樣才成其為一個完整正確的單詞,好在荷蘭語里無論名詞是陰性還是陽性都在前面加de,而所有中性名詞都在前面加het。

              另外,有兩點是需要特別關注的:

              第一,所有名詞在變復數之后,其冠詞都用de;

              第二,ALL SINGULAR DIMINUTIVES ARE HET-WORDS: although `tafel' (table) is a de-word (de tafel), the diminutive is `het tafeltje', etc.

              (這一規則我也不是很明白,有待日后理解。是不是指,對于所有后面帶后綴的單數名詞,其冠詞都用het,而當帶后綴的名詞變復數時還是繼續遵循第一條原則)

              不定冠詞een的用法與英語里的a基本是一樣的,而且沒有其它形式。

              (二)人稱代詞

              第一人稱(單數)

              ik

              我

              第二人稱(單數)

              jij (informal, stressed)

              je (informal, unstressed)

              u (formal)

              你(非正式,強調)

              你(非正式,不強調)

              您(正式)

              第三人稱(單數)

              hij

              zij (stressed)

              ze (unstressed)

              het

              他

              她(強調)

              她(不強調)

              它

              第一人稱(復數)

              wij (stressed)

              we (unstressed)

              我們(強調)

              我們(不強調)

              第二人稱(復數)

              jullie (informal)

              u (formal)

              你們(非正式)

              你們(正式)

              第三人稱(復數)

              zij (stressed)

              ze (unstressed)

              他們(強調)

              他們(不強調)

              (三)系動詞

              第一人稱(單數)

              Ik ben

              我是

              第二人稱(單數)

              jij bent (ben jij?)

              je bent (ben je?)

              u bent (bent u?)

              你是(強調你)

              你是(不強調你)

              您是(正式)

              第三人稱(單數)

              hij is

              zij is

              ze is

              het is

              他是

              她是(強調她)

              她是(不強調她)

              它是

              第一人稱(復數)

              wij zijn

              we zijn

              我們是(強調我們)

              我們是(不強調我們)

              第二人稱(復數)

              jullie zijn

              你們是

              第三人稱(復數)

              zij zijn

              ze zijn

              他們是(強調他們)

              他們是(不強調他們)

              (四)物主代詞

              第一人稱(單數)

              mijn

              我的

              第二人稱(單數)

              jouw (informal, stressed)

              je (informal, unstressed)

              uw (formal)

              你的(非正式,強調)

              你的(非正式,不強調)

              您的(正式)

              第三人稱(單數)

              zijn

              haar

              他的

              她的

              第一人稱(復數)

              ons/onze

              我們的

              第二人稱(復數)

              jullie (informal)

              uw (formal)

              你們的`(非正式)

              你們的(正式)

              第三人稱(復數)

              hun

              他們的

              (五)動詞have

              第一人稱(單數)

              ik heb

              我有

              第二人稱(單數)

              jij/je/u hebt (heb je)

              u heeft

              你有

              您有

              第三人稱(單數)

              hij heeft

              zij/ze heeft

              het heeft

              他有

              她有

              它有

              第一人稱(復數)

              wij/we hebben

              我們有

              第二人稱(復數)

              jullie hebben

              u hebt, heeft

              你們有

              你們有

              第三人稱(復數)

              zij/ze hebben

              他們有

              (六)數詞

              1. een – one;eerste - first

              2. twee – two;tweede - second

              3. drie – three;derde - third

              4. vier – four;vierde - fourth

              5. vijf – five;vijfde - fifth

              6. zes – six;zesde - sixth

              7. zeven – seven;zevende - seventh

              8. acht – eight;achtste - eighth

              9. negen – nine;negende - ninth

              10. tien – ten;tiende - tenth

              11. elf – eleven;elfde - eleventh

              12. twaalf – twelve;twaalfde - twelfth

              13. dertien – thirteen;dertiende - thirteenth

              14. veertien - fourteen veertiende - fourteenth

              15. vijftien – fifteen;vijftiende - fifteenth

              16. zestien – sixteen;zestiende - sixteenth

              17. zeventien – seventeen;zeventiende – seventeenth

              18. achttien – eighteen;achttiende - eighteenth

              19. negentien - nineteen negentiende - nineteenth

              20. twintig - twenty twintigste - twentieth

            【荷蘭語詞法教程】相關文章:

            荷蘭語語音教程09-16

            荷蘭語人稱代詞教程08-09

            荷蘭語輔音講解09-29

            荷蘭語縮寫表09-13

            英語的構詞法08-29

            荷蘭語問候與介紹用語08-09

            留學荷蘭語言學校08-04

            留學荷蘭語言要求有多高08-06

            荷蘭語邀請與拜訪用語09-06

            荷蘭語電話常用語08-26

            <delect id="sj01t"></delect>
            1. <em id="sj01t"><label id="sj01t"></label></em>
            2. <div id="sj01t"></div>
              1. <em id="sj01t"></em>

                      <div id="sj01t"></div>
                      黄色视频在线观看